Literatuur
- Bruijn, M.W.J. de, Husinghe ende hofstede. Een institutioneel-geografische studie van de rechtspraak over onroerend goed in de stad Utrecht in de middeleeuwen. Deel in de serie 'Stichtse Historische Reeks', nr 18. Utrecht (Spectrum), 1994. [464 blz. ISBN 90.274.4444.7]. Hierin: blz. 208, 221-222 ("De huizen buiten de immuniteitssloot ten oosten van de kerk"; hierin: "Het zuidelijkste van het blok claustrale huizen buiten de immuniteitssloot van Sint-Marie (Mariaplaats 4) wordt in het goederenregister van 1487 nauwkeurig gesitueerd: op de hoek, met de Mariaplaats aan de zuidkant, het zeventiende claustrale huis aan de noordkant, het laatste claustrale huis of het daartussen liggende steegje aan de oostkant en de straat en de sloot aan de westkant." Ten westen van het huis lag de rooster van het kerkhof.)
- Bruijn, M.W.J. de, Husinghe ende hofstede. Een institutioneel-geografische studie van de rechtspraak over onroerend goed in de stad Utrecht in de middeleeuwen. Deel in de serie 'Stichtse Historische Reeks', nr 18. Utrecht (Spectrum), 1994. [464 blz. ISBN 90.274.4444.7]. Hierin: blz. 208, 221-222 ("De huizen buiten de immuniteitssloot ten oosten van de kerk"; hierin: "Het negentiende en laatste claustrale huis van Sint-Marie (Mariaplaats 3) werd in het register van 1487 gesitueerd aan de noordkant van de plaetse, met aan de oostkant het huis van de arts Jacob van Hoorn en aan de westkant het poortje dat gemeenschappelijk behoorde aan de voorgaande drie huizen." Waarschijnlijk was het huis nog niet claustraal in 1313, wel in 1350.)
- Kipp, A.F.E., De immuniteit van St. Marie. De evolutie van een stadsbeeld (Doctoraalscriptie hoofdvak 'geschiedenis van de bouwkunst'). Utrecht, typoscript, (oorspronkelijk) mei 1974. [175 blz.(typoscript-versie 1980, Werkgroep Herstel Leefbaarheid). ISBN -]. Hierin onder meer: afb-nr 1 (ligging claustrale erven; van de erven 1 t.m. 5 is de plaatsbepaling achterhaald -jp0219), blz. 34 (13e eeuw), 40 (14e eeuw), 72 (17e eeuw. De put op de Mariaplaats uit 1352 wordt gedempt en vervangen door een pomp op een andere plaats: met toestemming van de eigenaresse van het huis, de weduwe van Anthonius Buth, "tegen de hofmuur van het 18e huis claustraal (hoek 'Mariaplaats-Zadelstraat') en aangesloten op de daarachter op de binnenplaats gelegen put. Maar het effect van de markt blijft niet uit: de genoemde weduwe begrijpt dat drie huizen voor neringdoenden op dat punt meer waard zijn dan een grote binnenplaats, en komt reeds in 1617 met bouwplannen. De pomp moet weer verplaatst worden en komt dan (waarschijnlijk) tegen het koor van de Mariakerk. De houten pomp die bij Saenredam te zien is, schijnt in 1659 door een hardstenen exemplaar vervangen te zijn.")